Module 1
Wat is er gebeurd?
Geweld bij de verschillende hulpverleningsvormen
Geweld in de residentiële jeugdzorg
Residentiële jeugdhulp is een vorm van jeugdzorg waarbij kinderen of jongeren (tijdelijk) dag en nacht buiten hun eigen omgeving verblijven. Dit was zo in leefgroepen en behandelgroepen. Het verblijf kon vrijwillig of gedwongen zijn.
Onder de residentiële jeugdzorg vallen gesloten (justitiële) jeugdinrichtingen (jji’s), de residentiële LVB-sector, doven- en blindeninternaten, kinder- en jeugdpsychiatrie, en opvangcentra voor alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv’s). Deze instellingen worden in deze module apart besproken. Dat is omdat de verschillende vormen van geweld tussen deze instelling verschillen.
Van de uit huis geplaatste kinderen in de jaren 40, 50 en 60 kwam bijna tweederde in zo’n residentiële instelling terecht.
De residentiële jeugdzorg in 1945 was gebaseerd op de kinderwetten van 1905. Deze wetten legden de verantwoordelijkheid voor de zorg voor de kinderen bij de overheid. Maar, de uitvoering van die zorg lag vooral bij particulieren. Bijvoorbeeld instellingen die werden gerund door religieuzen. Dat betekende dat de overheid wel verantwoordelijk was voor de uithuisplaatsing, maar niet voor de zorg die daarop volgde.
De Goede Herder was één van de instellingen die werd gerund door religieuzen. Veel meisjes die daar woonden, hebben nare dingen meegemaakt, vooral dwangarbeid. Hier lees je meer over dwangarbeid bij deze residentiele instelling.